 advertentie |
|
|
| |
|
|
|
| Modules |
|
|
| |
|
|
|
| Totaal Hits |
|
We ontvingen
3081724
paginabezoeken sinds 6 april 2007 |
|
| |
|
|
|
|
Niets.
Niets is niets nietwaar? Tenminste dat neem ik aan, want als
niets niet niets zou zijn, zou het niet niets zijn, maar iets.
Als het daarentegen iets zou zijn, wat niet iets maar niets
was, zou het dus niets zijn, dus niets is niet iets. Zo, dat
zit, alhoewel:
niets is iets da t niets is, dat is nu eenmaal altijd zo ge-
weest, dus niets ie niet iets, maar geheel niets, niet?
Dit is trouwens al vastgesteld in de Wet van Niets in het
jaar niets. Deze wet van niets luidt namelijk:
Niets is niet iets iets, maar niets.
Deze wet van niets is
|
|
de laatste tijd weer
niet niet actueel,
want de niets-aan-
hangers zeggen dat de
iets-aanhangers niets
maar dan ook helemaal
niets anders zijn dan
nietsnutten, dit in
tegenstelling tot de
iets-aanhangers, die
van zichzelf zeggen,
dat ze tenminste iets
zijn, dat is volgens
hen beter dan niets
te zijn, want zo menen
zij: iets is beter dan
niet iets, dus niets.
|
|
Gesprek met de Schooldecaan.
Ik was tot de meester doorgedrongen, maar vraag niet hoe.
Ik was er, en dat was voldoende.
Hij begon met minzaam te vragen: ‘Wat is er?’. daarmee mijn
laatste restje zelfvertrouwen de grond inborend. Ik ant-
woordde: ‘Ik zou U graag enkele vragen willen stellen, meester’.
Hij beantwoordde deze nonsens met een luchtig gebaar van zijn
hand en zei vermoeid: ‘Begin maar.’
Ik hapte naar adem, het mocht.
Voorzichtig vroeg ik: ‘Wat raadt U mij aan na deze school?’
Hij antwoordde koeltjes met het magische woord: ‘Werken’.
Ik gleed van mijn stoel af van verbazing en bleef als een
kind op de grond zitten. Welk een diepe gedachte school er
in dit antwoord.
Ik vroeg, nog steeds totaal verbijsterd: ‘Niet verder stu-
deren?’. Hij antwoordde: ‘Nee mijn jongen, daarvoor ben je
|
Over deze tweestrijd over niet iets (oftewel niets, dit voor
de sufferds onder U) en iets zullen binnenkort enige iets- en
nietsheidsgeleerden hun ietsen bij elkaar nietsen.
Maar ondanks dit alles blijf ik bij mijn standpunt:
Niets is niet iets, dus niets, kort samengevat:
Niets is niets, maar toch . . . .ach nou ja, laat ik maar niet
meer doorgaan, want anders wordt het waarschijnlijk iets
minder eenvoudig voor U en ik wil graag mijn image van hel-
der uiteenzetter houden. Adieu.
Wout Sonneveldt. 4b.
12
|
te stom. Dat mogen we de H.A.V.O.leraren niet aandoen’.
Zoals u kunt begrijpen vond ik deze gedachte niet zo bijzon-
der goed, maar ik durfde geen tegenwerpingen te maken.
Ik vervolgde: ‘Welke baan acht U het geschiktste voor mij?’
Hij antwoordde op zijn bekende briljante wijze: ‘Geen enkele’.
Ik stond paf. Hoe ontstellend eenvoudig wist hij dit probleem
te ontrafelen, welk een meesterbrein school hierachter.
Ik vroeg voorzichtig: (Ik moest toch iets zeggen) ‘Ziet U
mij niet als bankier? (De meester lachtte schallend) of als
13
| Kagawaarnemer nr:6
juni 1972.
ontvangen van Erik Stam. |  |  |  |  |  |  |  |  |  |  |  |  |  |  |
|
|
|
|
|
|
