Bibliotheek.
Al een week of tien is de schoolbibliotheek weer in gebruik.
Vooral in de lagere klassen wordt er aardig geleend. Ook voor
de derde k las echter zijn er voldoende boeken. Je kunt voor
één dubbeltje per week een boek lenen: dat is toch gauw drie
uur leesplezier. Een zakje patat kost 40 cent en dat heb je
in zeven minuten op. Kun je nagaan!
Derde klassers kunnen ook lenen uit de vierde klas bibliotheek
dat kost ze 2 dubbeltjes per boek. Maardan sla je ook twee
vliegen in één klap: je hebt leesplezier en je doet huiswerk.
Want die boeken kun je gebruiken voor je examen. Je kunt
iedere dag,dinsdag uitgezonderd, in de grote pauze in mijn
lokaal een boek komen halen.
Kralt.
Voordrachtskunst op onze school.
Vroeger hadden ze minstreels, dat waren van die mensen die
verhalen vertelden en liedjes zongen. Maar dat was vróéger.
Zulk soort mensen hebben wij niet meer nodig, wij hebben het
veel beter, Wij hebben radio en televisie, en als we iets
echts willen, gaan we naar HOT of naar een concert.Zo denken
wij.
Maar toen ik Ben Aerden gehoord had, dacht ik "Als die min-
streels vroeger allemaal zó goed waren, dan hadden die mensen
het nog zo slecht niet".
De verwachtingen waren nogal gespannen en we hoorden al haast
niet dat Mijnheer Vernel nog even een steek onder water gaf,
door te zeggen dat spreken mooi kán zijn. (Alsof wij dat niet
wisten). Het repertoire vond ik erg goed gekozen, op een enkel
zwaar stukje na ("Het Gebed van de Koning", waar haast nie-
mand naar luisterde). Was er voor elck wat wils. Beter dan een
concert, als je dan a-muzikaal bent, dan vind je er vantevoren
al niks aan.
Verder moet je dan nog van het soort muziek houden, dat ge-
speeld wordt, maar een sprookje van Andersen kan iedereen
aprecieren.
Zoals jullie misschien gemerkt hebben, heb ik goed op de re-
acties om me heen gelet. Het is natuurlijk onzin om nog eens
te herhalen wat er verteld is, jullie waren erbij, maar de
reacties zal ik wel noemen.
6
|
Verhaal van de vlinder: af en toe gelach, maar verder wel
stil, al werd er niet zo lang geklapt, ze meenden het ten-
minste.
De Japanse Steenhouwer: omdat veel het gelezen hadden, luis-
terden we niet zo aandachtig. Als je opgelet hebt hoorde je
dat hij woordelijk de tekst opzei.
De vrek: al verstonden we niet alles, we leefden mee.
De kleren van de keizer: hoewel de meesten het verhaal kenden,
werden we steeds aandachtiger (vooral bij het aankleden van
de keizer).
Het gebed van de koning: hier was duidelijk te zien, dat jullie
je verveelden.
De doodgravers: vooral dit stuk sloeg in als een bom, zoals die
man twee rollen speelde.
Over het algemen kan ik zeggen dat we genoten hebben en
wachten op de volgende keer.
Willy v.d.Hout.
Nationale Nederlanden.
Janny en ik waren het eerst bij het prachtige, maar een beetje
roestige gebouw, Nadat we de buitenkant bewonderd hadden, za-
gen we Ingrid en Ellen binnen. Wij wilden ook naar binnen,
maar Ingrid wees ons expres de verkeerde deur (Flauw hoor).
zodat ik plotseling oog in oog stond met een verschrikte man
die vroeg wat ik kwam doen. Ik zei nog gauw: "Ik zoek mijn
vriendin", en ik weer naar buiten.
Janny had ondertussen de goede deur gevonden en we kwamen
via een vestibule, waar zelfs het plafond spiegelend zwart was,
in een hall. Alles was zo groot en mooi, dat ik meteen ging be-
zichtigen. Er was een soort bibliotheek met alleen handelsboe-
ken(bah). Plotseling ontdekten we een prachtige W.C., waar
alles automatisch ging, je hoefte zelfs je handen niet af te
drogen. Wij alles geprobeerd natuurlijk. Daarna gingen we ge-
zellig aan een achthoekige, dikke houten tafel zitten, en ik
begon aan mijn verslag.
Er kwam een man die zei: "Zijn jullie van de school, ga dan
maar naar de hall, daar zijn er nog meer".
7
|